Marc, nog één vraag, de schijf waar de poelie op gemonteerd wordt, welke diameter heeft deze?
Zoals beloofd eerst eens een paar plaatjes.
Dit is de ruimte waar het allemaal moet gebeuren:
Tussen het pasvlak van de pomp en de radiateur is strak 20 cm:
Even voor de beeldvorming met de restanten van de oude pomp en poelie:
Met de afmetingen die Marc me heeft gegeven houd ik dus in principe ruimte genoeg over om tussen het pasvlak en de pomp (waar ie nu gaapt) een pasplaat te construeren om het verschil in bootgaten te overbruggen. Daarnaast moet ik een oplossing bedenken voor de waterretouren, die bij de Volvo-pomp niet helemaal (ehum) op dezelfde plek uitkomen, maar dat is een kwestie van creatieve loodgieterij. Wel denk ik dat er een op maat gemaakte poelie zal moeten komen, om de verhoudingen en dus eindsnelheid van de pomp gelijk te richten, zodat de wateropbrengst voldoende is, maar ook weer niet teveel. Bij mijn pomp is dit een verhouding van 1:2,75, bij de Volvo situatie naar ik begreep 1:1, waarbij wel de kanttekening moet worden gemaakt dat bij de Citroën de pomp wordt aangedreven door de nokkenas die dus maar half zo snel draait.
Voor de goede beeldvorming ook nog even een plaatje van de auto zelf:
Volvo-geschiedenis: 340 DL 1.6D 1986, 66 DL 1978, 245 GL 1980, Volvo 240 SuperPolar 1993