23 April 2009, 19:34
Citaat:26 mei 2007
EEN MAN EN ZIJN AUTO
Onvermijdelijk nadert het moment dat ik afscheid moet gaan nemen van mijn auto. Voor veel mensen is een auto niet meer dan een geval op vier wielen waarmee ze zich kunnen verplaatsen. Zolang hij maar rijdt, is hun standpunt, en niet afslaat in de file, altijd zo vreselijk lullig. Ze hebben er verder geen emotionele binding mee. Wie in een leasebak rijdt, kan al helemaal niet bonden met zijn wagen, want hij is de facto niet je eigendom.
Maar mijn auto is van mij.
En hij is geel, cream yellow om precies te zijn, een kleur die bekijks trekt en waar veel om wordt gelachen. Een vriendin vroeg me eens of ik hem goedkoper had kunnen krijgen, vanwege die bespottelijke kleur. Het tegenovergestelde, moest ik antwoorden. De gele Volvo T5R was in zijn gloriedagen, midden jaren negentig, een van de duurste Volvo's die er was, een racemonster. En ook tweehands zijn ze sindsdien altijd aan de prijs gebleven, want er zijn er maar weinig van. Het is een limited edition, zogezegd.
Ik kocht de mijne in 2002 - bij Jan Roest, mijn garageman. Die had hem weer in Belgie gekocht, van een oude dame. Er stond 65.000 kilometer op de teller. Zij had het monster gekocht omdat ze de kleur zo mooi vond. Harder dan 100 had ze er nooit in gereden. Ik wel, want hij bleek moeiteloos 250 te lopen. Daar moet je dan voor naar Duitsland, niet mijn favoriete land, al was het maar omdat er altijd wel auto's voorbij flitsen die jouw topsnelheid probleemloos overtreffen. Lijkt het ineens alsof je stilstaat, terwijl je hele auto schudt en boldert en brult. Heel frusterend.
Maar goed.
Ik heb veel meegemaakt met mijn auto. Hij is als vriend voor me. Als hij voor de deur staat, kan het gemoed zomaar volschieten. Het ontwerp! Die kleur! De prachtige, zwarte ramen, de vleugel achterop, de kapotte spoiler - al die verdomde verkeersdrempels. We hebben de raarste dingen meegemaakt. Ik reed eens in Corsica een steile heuvel af en het begon ernstig naar brand te ruiken in de auto. Het gezin had niets in de gaten, gelukkig. Beneden lag de zee, een blauwe, diepe put. De weg was bijzonder smal. Bij iedere bocht begon de auto slechter te remmen, sterker: de remmen werden slap als een vaatdoek. En de brandlucht drong nu tot iedereen door. Toch haalden we het piepkleine keienstrand beneden. Daar belde ik mijn garageman, die zich op vakantie in Griekenland bevond. "Ooh," zei hij, "de remvloeistof kookt. Je moet ook niet op de automaat naar beneden rijden, maar in zijn drie, of op L." "En nu?" vroeg ik bezorgd. "Gewoon weer naar boven rijden." En aldus geschiedde.
Geel is een lastige kleur voor een auto. Je zier er alles op. Krasjes, kleine deukjes, teveel dode insecten die er niet af te poetsen zijn. Om het geel te laten glimmen, moet de auto voortdurend door de wasstraat, een leuk uitje, zoiets als wandelen met de hond. "Even de auto wassen schat," roep ik dan op zaterdagmiddag, en hup - daar sta een uur in de rij. Lekker stofzuigen, matten kloppen en praten met de auto. Hij zegt niets terug, maar begrijpt alles. Zo wil een man het graag, vrees ik.
Vorige week reed een bouwvakker in een bestelbus zo de flank van mijn gele vriend binnen. Enorme schade. Ruzie met de bouwvakker die vele vrienden had die beweerden dat het mijn schuld was. Terwijl dat, haha, niet zo was. Eindelijk ook eens gelijk. Los daarvan heeft de auto zijn beste tijd gehad. Bijna 200.000 kilometer in gereden. Bij hoge snelheid lekt hij overal wind. De motor al een keer opgeblazen. Stabilisatorstangen gebroken. Wielophanging verpest, door de vering gezakt tijdens vervoer van Ikeakeuken - enorme partij spaanplaat, zelf in elkaar te knutselen. Overal gekke geluiden, varierend van motorische rammeltjes tot het dakraam dat niet lekker afsluit. Enzovoorts, enzoverder.
Maar ik weet niet of ik afscheid van hem kan nemen. Het liefst zou ik hem voor duizenden euro's opknappen, helemaal als nieuw laten maken, en permanent voor mijn deur parkeren - alleen nog maar om naar te kijken. Het is mijn auto, het is mijn leven. Ik weet dat het kinderachtig klinkt, maar sinds ik gehecht ben aan mijn auto, voel ik me meer man dan daarvoor, toen een auto gewoon een kwestie van wielen was. De mooiste ervaring die ik deel met mijn gele T5R is als we vanuit Frankrijk Amsterdam weer binnenkomen - duizend kilometer achter de rug. We hobbelen dan over de Utrechtsebrug de stad binnen, en ik zeg dan altijd: "hij heeft ons weer veilig thuisgebracht." Gezien mijn rijstijl is dat een hele prestatie.
